Steeds meer onderzoek wijst op een directe verbinding tussen de conditie van de darmen en de hersenen. Wanneer je stress ervaart, merk je dit vaak aan je buik. Maar wat blijkt: andersom werkt dit ook. Bacteriën in de darmen kunnen verschillende stoffen produceren die via het bloed de hersenen bereiken. Ook zijn er zenuwen die van de darm direct naar de hersenen lopen. Tot slot kunnen de darmen zelf ook stoffen produceren, zoals bepaalde hormonen, die weer invloed kunnen hebben op de hersenen.
Tegenwoordig is de technologie zo goed dat we steeds meer ontdekken over darmbacteriën en de invloed ervan op onze mentale en fysieke gezondheid. Zo lijkt het erop dat mensen die bepaalde groepen bacteriën in slechts kleine hoeveelheden in hun darmen hebben, een grotere kans hebben op depressie en sombere gevoelens. Hoewel er een duidelijk verband is, is het nog niet met zekerheid te zeggen of het ontbreken van deze bacteriën een depressie kan veroorzaken of juist andersom.
Niet alleen depressies houden verband met de darmbacteriën. Eerder werd ook al onderzoek gedaan naar de relatie tussen de darmflora en ziektes zoals Alzheimer en Parkinson. De onderzoeken naar deze relatie tonen inderdaad aan dat er een verband lijkt te bestaan. Zo missen Parkinsonpatiënten bijvoorbeeld relatief vaak de bacteriegroep Prevotellaceae, terwijl mensen zonder Parkinson die wel hebben.
Gezonde voeding, rijk aan vezels uit groente, fruit, volkorengranen, noten en peulvruchten, stimuleert de groei van bacteriën die betrokken zijn bij de fermentatie van voedingsvezels. De wetenschap geeft aan dat dit waarschijnlijk leidt tot een gezonde samenstelling van de darmbacteriën. Het is echter nog onvoldoende duidelijk wat de relatie is tussen de precieze samenstelling van de darmbacteriën en de gezondheid. Er kan dus nog niet gezegd worden dat bepaalde voedingsmiddelen gegeten moeten worden om de gezondheid te beïnvloeden.