Tempeh, tahoe, tofu, er zijn veel bereidingen van soja op de markt als vleesvervanger. Wat zijn de verschillen en hoe worden ze bereid?
Tempeh wordt gemaakt door sojabonen ongeveer twee dagen lang te laten fermenteren met een schimmelcultuur. Bij tempeh zijn de losse sojabonen nog te onderscheiden, en het heeft een nootachtige smaak. Tempeh wordt vaak gemarineerd en gebakken, maar kan ook verkruimeld in een stoofpot of curry.
Tahoe noemen we ook vaak ‘gewone’ tofu. Dit is sojamelk die gestremd is met een stof die calcium bevat. Dit is een soort proces dat ook wordt gebruikt bij het maken van kaas. Het smaakt erg neutraal en wordt daarom gemarineerd. Omdat het product heel stevig is moet het gekookt worden in de marinade zodat het goed wordt opgenomen. Er bestaat zowel stevige als zachte tofu, afhankelijk van hoeveel calcium er is gebruikt. Tofu kan verder op dezelfde manier als tempeh worden gebruikt.
Seitan is anders dan tofu en tempeh, maar wordt vaak wel in één adem met deze twee genoemd. Het is niet gemaakt op basis van sojabonen maar simpelweg op basis van tarwemeel en water. Door het deeg steeds uit te spoelen met een speciale techniek blijft de gluten over. Deze glutenmassa wordt vervolgens gekookt in water of groentebouillon. De smaak hangt hier ook erg van af.
De structuur is stevig als die van kipfilet. Seitan heeft een erg hoog eiwitgehalte: 20-25%. Seitan is erg lekker in blokjes door de soep of gestoofd met groenten.
Deze producten zijn beperkte vleesvervangers. Sojabonen en tarwegluten bevatten in principe geen vitamine B12. Tempeh kan vanwege de schimmelcultuur soms wel vitamine B12 bevatten, maar de opneembaarheid hiervan in het lichaam is onbekend.