Calorie is een maat voor de hoeveelheid energie die in voeding zit. De hoeveelheid energie in eten wordt berekend in kilocalorieën (afkorting kcal). 1 kcal is 1000 calorieën. Voor het gemak spreken we meestal gewoon over calorieën. Je hebt energie nodig voor alles wat je lichaam doet: ademhalen, bewegen, zitten, rusten en lopen.
Een teveel aan energie slaat ons lichaam op en wordt gebruikt als we een keer te weinig binnenkrijgen. Gevolg hiervan is dat je dikker wordt als je te vaak te veel energie eet. Dat is over het algemeen wel bekend, maar hoe bereken je nu hoeveel calorieën er in een product zitten? Dit hangt weer af van de hoeveelheid vet, koolhydraten en eiwitten die het product bevat. De hoeveelheid calorieën die je binnen krijgt, hangt natuurlijk ook af van de hoeveelheid die je van een product eet!
Wil je toch eens tellen hoeveel calorieën er in iets zitten? Dan kun je zelf sommen maken: Eén gram vet zorgt namelijk voor 9 kcal, één gram koolhydraten voor 4 kcal en één gram eiwit voor 4 kcal.
Vitamines en mineralen zorgen niet voor calorieën, water ook niet. Zelf calorieën tellen kan dus als je precies weet hoeveel vet, eiwit en koolhydraten in iets zitten. Zo kun je ook aan de hand van je eigen caloriebehoefte berekenen hoeveel voeding je nog mag nemen na een bepaald product te hebben gegeten.