Van de laagst opgeleiden in ons land, mensen die alleen het basisonderwijs hebben behaald, heeft maar liefst 65% matig of ernstig overgewicht. Onder de hoogst opgeleiden is dit 35%. Bij obesitas is dit verschil groter. Van de mensen die 25 jaar of ouder zijn en hooguit basisonderwijs heeft afgerond, heeft een kwart obesitas. Onder universitair opgeleiden is dat slechts 6%. Ook leeftijd speelt een rol in de mate waarin mensen overgewicht hebben. Naarmate mensen ouder worden neemt ook het aantal gevallen van overgewicht toe. Van de jongeren (4 tot 20 jaar) heeft 12% overgewicht. Vanaf 20 jaar neemt het aandeel mensen met overgewicht toe; 6 op de 10 mensen van 50 jaar of ouder is te zwaar. Minder dan 5% van de 4- tot 20-jarigen heeft obesitas, bij de 40-plussers is dit ongeveer 17%. In dit onderzoek hebben de respondenten zelf hun gewicht en lengte gemeld.
Sinds de jaren 80 is het aantal Nederlanders van 20 jaar of ouder met obesitas meer dan verdubbeld. De laatste tien jaar lijkt het minder te worden. In 2015 was het aantal Nederlanders met overgewicht en obesitas even groot als in 2014.
Of een laag opleidingsniveau de kans op overgewicht of obesitas verhoogt, of juist overgewicht invloed heeft op opleiding, of dat beide het gevolg zijn van andere factoren, kan op basis van dit onderzoek niet worden vastgesteld. Misschien zijn alle drie wel waar. Ouderen hebben ook vaker overgewicht en zijn vaker laagopgeleid. Daardoor bevinden zich onder lager opgeleiden naar verhouding meer ouderen. Wanneer echter rekening wordt gehouden met dat leeftijdsverschil, dan nóg blijken laag opgeleiden vaker overgewicht te hebben dan hoog opgeleiden.
Deze gegevens zijn afkomstig uit de Leefstijlmonitor 2015, een samenwerkingsverband van CBS, RIVM, Voedingscentrum en Pharos Expertisecentrum Gezondheidsverschillen.