In bijna alle landen wordt er warm gegeten rond het middaguur, maar in Nederland eten we een boterham met kaas. Is dat gezonder?
‘s Middags warm eten was vroeger heel normaal in Nederland. In de meeste huishoudens werd toen elke middag rond 12 uur thuis warm gegeten. ‘s Avonds werd er meestal brood gegeten, eventueel met soep of wat restjes van het middagmaal. Dat is allemaal veranderd. De gemiddelde Nederlandse lunch bestaat nu uit brood belegd met hartig en zoet, eventueel aangevuld met een kom soep of een hartige snack. De warme maaltijd wordt over het algemeen pas ‘s avonds gegeten.
Warm lunchen heeft voordelen. Meestal bevat een warme lunch groenten of een salade. Aangezien we in Nederland standaard veel te weinig groenten eten is dat mooi meegenomen. Een ander voordeel van een warme lunch is dat dit meestal een meer volwaardige maaltijd is dan alleen een boterham met kaas, vleeswaren of zoetigheid. De warme maaltijd bevat vaak ook minder suikers vanwege het weglaten van zoet broodbeleg. De meeste warme maaltijden bevatten groenten, vlees, vis, granen en/of peulvruchten. Deze leveren goede voedingsstoffen en dragen zo bij aan een gezond eetpatroon.
Nadelen zijn vooral praktisch: een warme maaltijd meenemen naar het werk is lastig en opwarmen is niet altijd mogelijk. Bedrijfskantines zijn duurder vergeleken met een maaltijd van thuis.
Als warm lunchen betekent dat er twee keer op een dag warm gegeten wordt, is dat geen probleem. Of een maaltijd warm of koud is maakt niet uit. Het gaat altijd om de samenstelling.